zaterdag, oktober 08, 2005

WAT IS GEOPOLITIEK ? - Een Duitse visie door Dr. Karl-Eckhard HAHN in TeKoS nr.119




Geopolitiek is een grensvak tussen geografie, politieke wetenschappen, geschiedenis en sociologie. Ze onderzoekt op een uitgebreide manier de ruimtebetrokkenheid en de ruimtelijke voorwaarden voor de politiek, met als doel daaruit opties en grenzen voor het politiek handelen af te leiden. Ze trekt eindconclusies uit de inzichten van de politieke geografie, waarvan ze wel te onderscheiden is, maar niet eenduidig af te scheiden. Deze deeldiscipline van de wetenschappelijke geografie wijdt zich aan de politiek relevante natuurlijke gegevens net zoals aan de ruimtelijke configuraties van historisch gegroeide factoren, of ze nu van staatkundige, economische, demografische, sociale, culturele of religieuze aard zijn.

Het hangt in hoge mate van politieke, vooraf bepaalde gegevens en omstandigheden af, net zoals van de verandering van technische mogelijkheden, hoe de resultaten van de politieke geografie in de politieke analyse worden opgenomen en welk gewicht eraan wordt verleend. T.o.v. deze achtergrond geeft de geopolitiek waarde aan de ruimtelijke omstandigheden en wijst aan hoe die gevormd worden en – waar het mogelijk is – overwonnen of veranderd kunnen worden. Een algemeen erkende definitie van geopolitiek bestaat er niet. En of ze eigenlijk de rang van erkende wetenschap moet toebedeeld krijgen, blijft tot op vandaag zeer omstreden. Er is een en ander voor te zeggen om de eis voor wetenschappelijke erkenning te beperken tot de politieke geografie en de geopolitiek eerder in de sfeer van het politieke op te nemen.

De verwijzing naar de betekenis van geografische en klimaatgebonden randgegevens voor de menselijke cultuur is niet nieuw. Men vindt dit reeds terug bij de auteurs van de antieke wereld. En in de lijn van de Verlichting stelde ook Charles de Montesquieu in zijn De l’esprit des lois in 1748 de vraag naar de samenhang tussen klimaat en wetten en had hij de context gezien met de cultureel en politiek voorhanden elementen. Het begrip van de politieke geografie duikt voor het eerst op in 1750. De geopolitiek zelf komt op de proppen op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De aanduiding zelf gaat terug op de Zweedse politieke wetenschapper Rudolf Kjellén (1899). Reeds dan was het duidelijk dat deze discipline ten zeerste verbonden was met de nationale belangen van dat moment en met de bestaansvoorwaarden van de staten.

In de V.S.A. werd de geopolitiek uitgebouwd door de Amerikaanse marineofficier Alfred Thayer Mahan, die in 1890 en 1892 in twee werken de blik van zijn land op de zee trok, dit om de invloed van de vorming van zeemachten te vormen, te vergroten. Hij vestigde de rivaliteit tussen de machtsfactoren land en zee als één van de belangrijkste geopolitieke stellingen. De Engelsman Sir Halford J. Mackinder stelde in dezelfde richting van deze vaststelling enkele jaren later de Eurazische landmassa in het centrum van zijn overwegingen. Rondom dit kernland sluit zich vervolgens een halve kring van maritieme en continentale staten. Zij staan tegenover de zeemachten, die de buitenste of insulaire gordel beheersen: in die jaren Groot-Brittannië en de V.S.A. De macht over Eurazië was de verzekering van de wereldheerschappij, zo zag Mackinder het.
In het begin van de Duitse geopolitiek stond Friedrich Ratzel (1844-1904). De aardrijkskundige onderzocht de betrekkingen van de staat, die hij als een onvolkomen organisme beschouwde, tot op de bodem, de grond. Hij wierp de politieke wetenschappen, de sociologie en de geschiedenis voor de voeten, dat zij de bodem “slechts als een grotere vorm van grondbezit” zagen. Ratzel probeerde de wetten van de politieke geografie te formuleren, waarin hij vooral de afhankelijkheid van de politiek van de geografische omstandigheden naar voren bracht. Rudolf Kjellén ontwikkelde deze aanzet verder. Hij verstond onder geopolitiek “de leer van de staat als geografisch organisme of als verschijnsel in een bepaalde ruimte”. Ze maakte deel uit van een breder analytisch in rekening brengen van de werkelijkheid van de staat, waar ook de demopolitiek, de ecopolitiek (in de zin van economie), de sociopolitiek en de kratopolitiek deel van uitmaakten. De laatstgenoemde houdt zich bezig met politieke en gerechtelijke zaken in de engere zin van het woord.

De doorbraak van de geopolitiek kwam er in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog met Karl Haushofer. Hij klaagde aan dat er in Duitsland geen politieke wetenschappen, zoals ze zich in de een of andere vorm bij de Entente-machten hadden ontwikkeld, bestonden, en hij bracht de militaire nederlaag hiermee zelfs in verband. Geografie, staatshuishoudkunde, sociologie en geschiedenis werden weggemoffeld in de vooral juridisch gerichte opleidingen. Zijn geopolitiek moest “juist wel dit ijzeren bestand van leerbaar en aanleerbaar politiek weten” leveren, “die als noodzakelijke brug dient, tot juist voor de afsprong naar het politiek handelen”.

Haushofer hield de brede aanzet van Kjellén voor fundamenteel juist, maar kende aan de geopolitiek een bundelingsfunctie toe. Daarmee werd ze ten gronde een sterk geografisch bepaalde vorm van de politieke wetenschappen. En zoals na 1918/1919 weinig anders te verwachten viel, kreeg de jonge discipline gestalte onder de uitdaging om de resultaten van het Verdrag van Versailles te herzien. Door deze eenduidige doelstelling en door de volkspedagogische aanspraken van Haushofer zelf, wat hem deed grijpen naar simplistische sloganmiddelen, mislukte de poging om de geopolitiek als erkende wetenschap aan de doorbraak te helpen. Met het Zeitschrift für Geopolitik bestond echter wel een periodiek die zeer grondig de wetenschappelijke ruimte binnendrong.

Een wezenlijk aandeel in de poging om geopolitiek als vak te vestigen, had Haushofers zoon, Albrecht, directeur van het Institut für politische Erdkunde aan de universiteit van Berlijn. Het enige instituut in zijn soort. Hij onderscheidde de risico’s in het wetenschappelijke braakland veel beter, waardeerde de geografische factoren met een grotere terughoudendheid, keerde zich tegen de analogie van het organisme dat werd toegepast op de staat, en vond het heel bedenkelijk complexe problemen vanuit propagandistische overwegingen cartografisch te vereenvoudigen. In zijn in 1951 postuum verscheen werk Allgemeine Politische Geographie und Geopolitik heeft Albrecht Haushofer de grondslagen van de discipline pogen te formuleren. Het werk bleef onvoltooid.

Met het einde van de oorlog in 1945 brak ook de ontwikkeling van de Duitse geopolitiek grotendeels af, omdat ze ervan werd verdacht de theoretische onderbouw voor Hitlers Lebensraum- en expansiepolitiek te hebben geleverd. Ten onrechte, zoals later door H.A. Jacobsen duidelijk werd gemaakt. Daarenboven boden ook de zeer verstarde fronten in het Oost-West-conflict heel weinig aanleiding om geopolitieke opties te openen en te bespreken. Een poging om in de jaren ’80 van de vorige eeuw het Zeitschrift für Geopolitik opnieuw op te starten, mislukte dan ook. De politieke geografie echter was door het politieke taboe niet getroffen. Ze zocht meer toenadering tot de politieke wetenschappen en de sociologie.

Interesse voor de geopolitiek ontstond eerst opnieuw in de late jaren ’70 en ’80 van de 20ste eeuw, als er meer en meer conflicten de kop opstaken, die maar heel moeizaam tot helemaal niet konden worden verklaard in het raam van een bipolair blokkenschema, zoals de conflicten tussen de communistische staten Cambodja, Vietnam en China, of de Falklandoorlog tussen Groot-Brittannië en Argentinië. De herleving van het geopolitieke nadenken ging in de eerste plaats uit van de V.S.A., Frankrijk en Italië. In Parijs bvb. heeft in sinds 1982 door Yves Lacoste uitgegeven Hérodot. Revue de géographie et de géopolitique uitdrukkelijk de geopolitiek als onderwerp. In 1989 organiseerde de Universiteit Paris VIII een geopolitiek seminarie. In Duitsland wees ook de in het midden van de jaren ’80 oplaaiende discussie om de politieke actualiteit van het begrip Mitteleuropa op duidelijke geopolitieke elementen.

De omwentelingen van 1989/1990 schijnen de ban op de geopolitiek te hebben gebroken. De hereniging van de twee Duitslanden, het verval van de Sovjet-Unie, van Tsjechoslovakije en Joegoslavië of de zoektocht naar een nieuwe veiligheidsstructuur voor Europa: allemaal werpen ze zovele vragen van geopolitieke aard op, dat men haar analytisch en politiek instrumentarium eigenlijk niet meer missen kan. Grenzen, de territoriale incongruentie van staten en volkeren, minderheidsproblemen, migratie, de ruimtelijke uitdeining van religies en ideologieën, grondstoffen en hun toegankelijkheid, politieke coalities en invloedszones wijzen heel duidelijk op de actuele onderwerpen van de politieke geografie en van de geopolitiek.

Dr. Karl-Eckhard Hahn

4 Comments:

Anonymous Anoniem said...

A motivating discussion is definitely worth comment. I do think that
you ought to publish more on this subject matter, it may
not be a taboo matter but typically people do not talk about such issues.
To the next! Best wishes!!

Here is my site ロレックスレプリカ

3:43 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

It's not my first time to go to see this web site, i am visiting this web site dailly and obtain fastidious information from here everyday.

Have a look at my homepage :: plchic.com

11:13 a.m.  
Anonymous Anoniem said...

Very descriptive blog, I liked that a lot. Will
there be a part 2?

My web blog :: ロレックスレプリカ

10:00 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

Hello my loved one! I want to say that this post is awesome,
nice written and come with approximately all vital infos. I would like to
look more posts like this .

Review my website ... ロレックスレプリカ

4:47 a.m.  

Een reactie posten

<< Home